Het Metropool Orkest is internationaal algemeen bekend, maar er is nog een fantastisch jazz orkest in Nederland, misschien mede door hun wat moeilijke naam, internationaal kunnen zij wedijveren met het Metropool zo mogelijk zijn ze wat solisten zelfs beter, de naam het Jazz Orchestra of the Concertgebouw, kortom JOC , wat commercieel wellicht beter scoort. In ieder geval bevat het orkest de crème de la crème van de Nederlandse jazzscene. “Threnody”, een Grieks woord voor treurnis, de originele titel voor het album was 2020 threnody gewijd aan de slachtoffers van de slachtoffers van 2020, maar de slachtoffers waren nog talrijker in 2021 en inmiddels maakt de brutale invasie van Rusland van Oekraïne duizenden meer slachtoffers. Dus is deze muziek opgedragen aan alle slachtoffers van de twee covid plagen en Vladimir Poetin.

Jim McNeely (1949) een gerespecteerd Amerikaanse jazzpianist/componist/arrangeur heeft op deze opnames de leiding over het orkest, bovendien schreef hij bijna alle composities. Hij werkte al eerder met het orkest in een project met Joshua Redman, tijdens de covid lockdown viel alles stil totdat Juan Martinez de toenmalige artistiek directeur en bariton saxofonist hem benaderde om een album met muziek te schrijven voor het complete orkest met ruimte voor alle solisten. Om een lang verhaal kort te houden, hier horen we het resultaat van zijn inspanningen.

Openingsnummer “The Race to Nowhere” is een balanceer act tussen twee ideeën, de ene is dramatisch en hartstochtelijk en de andere meer opgewekt en verheffend. Er zijn solo’s van Sjoerd Dijkhuizen (tenorsax) en Ilja Reijngoud (trombone), beide staan als een huis. “Racing from one idea tot he other and back, at the end we realize that we’ve arrived ar …..nothing” aldus McNeely in de hoestekst. Hij schreef “Just trying to smile” speciaal om Ruud Breul’s lyrische geluid op de flugelhorn te laten horen. En inderdaad het is een waar genot om hem te horen, hij is van 1962 dus voor jazzbegrippen nog piepjong, misschien de ware opvolger van de grote Ackie van Rooyen ? De naam “Un Cri de Coeur” gaf McNeely pas later aan het nummer toen hij het terughoorde en merkte dat Simon Rigter’s tenorsolo klonk als een gepassioneerde smaakbede en daar zit inderdaad wat in, het is overigens een geweldig stuwend nummer waarin het JOC volledig tot zijn recht komt. “My Foolish Heart” de bekende jazzklassieker van Victor Young is een favoriet van McNeely en hij vond altsaxofonist Marco Kegel en gelijk heeft hij, een fabuleuze solo die eindigt in een duet met pianist Peter Beets, super.

“Martijn’s Thing” is de gelegenheid voor Martijn Vink om te laten horen waarom hij tot de topdrummers behoort, een super swingend stuk waarin Martijn glansrijk slaagt in zijn bewijsvoering. “Pyramid Scheme” is een lekkere blues met hoofdrollen voor Juan Martines op baritonsax, Bert Boeren op trombone en Frans van Geest op contrabas. Een van de lekkerste stukken op dit album is “Old School” het verwijst naar muzikanten als Count Basie en Art Blakey, muziek waar McNeely mee opgroeide en ook de R&B bands waar hij mee speelde in bars in de US Midwest. Al die invloeden verwerkte hij in dit nummer, uiteraard leidt dat tot toffe muziek met solo’s van Peter Beets op piano, Sjoerd Dijkhuizen op tenor, Martijn van Iterson op gitaar en Ilja Reijngoud op trombone. Heerlijke klanken die staan als een huis. “Threnody” het titelnummer, zoals gezegd opgedragen aan de slachtoffers van Covid en Vladimir Poetin, het nummer probeert te eindigen met een noot van hoop, maar kan daar niet helemaal toe komen, het eindigt met een schrille klank. Zoals McNeely het zegt “We pray for the victims of Covid, for the victims in Ukraine, and victims anywhere else who suffer at the hands of brutes and thugs”. Ware woorden die perfect aansluiten bij de gedragen muziek, een indrukwekkende ode, helaas zo toepasselijk in deze duistere tijden.

Bezetting van het Jazz Orchestra of the Concertgebouw:
Jim McNeely ( componist,dirigent)
Marco Kegel ( lead altsax, sopraansax, klarinet, fluit, altfluit) Jasper van Damme (altsax, sopraansax, fluit), Simon Rigter (tenorsax, fluit), Sjoerd Dijkhuizen (tenorsax, klarinet, basklarinet), Juan Martinez (baritonsax, basklarinet), Wim Both (lead trompet), Erik Veldkamp, Jan van Duikeren, Ruud Breuls (trompet), Jan Oosting (lead trombone),Ilja Reijngoud, Bert Boeren (trombone), Martin van den Berg(bastrombone), Peter Beets (piano), Martijn van Iterson (gitaar), Frans van Geest (contrabas), Martijn Vink (drums).

Jan van Leersum.